Je moet er maar opkomen: een boek over leiderschap aan de hand van de laatste negen hoofdstukken van het evangelie naar Johannes.
Karl Martin heeft mij vorig jaar op de New Wine Zomerconferentie al prettig opgejaagd en uitgedaagd met zijn passie voor leiderschap (zie mijn Leiderschap in oogst-, maai- en slagveld). Nu wijdt hij een net uitgekomen boek aan Jezus’ model van leiderschap; zijn werken, woorden en wegen.
Ik wil er een impressionistische samenvatting van geven aan de hand van de titels, die hij aan Johannes 13 – 21geeft.
13 – Serve
Jezus maakt in zijn (laatste) lijdensweek zijn identiteit en autoriteit duidelijk door te dienen. “Serve starts with love, and love starts with loved.”
Vanuit die identiteit kun je leiden.
Als leider ben jij eerst zelf het project. En dan word je later het model en de volgelingen zijn het project geworden.
14 – Secure
Jezus stelt zijn discipelen gerust. Er zijn genoeg kamers in het huis, ook voor de twijfelende Thomas.
De vraag is: waar ontleen je je identiteit aan? Als je als Jezus leidt, vind je identiteit en zekerheid in de vader. En daar ontleen je moed aan om de dingen als Jezus te doen (14:12). Martin komt dan met een van zijn leiderschapswetten: gebrek aan verbeelding + risicomijding = leiderschapsinertie. Positief gezegd: moed moet.
15 – Source
Vaak hanteren we de volgende formule: inspanning en kwaliteit leiden tot succes.
Jezus vervangt die in de parabel van de wijnstok door: blijven + snoeien -> vrucht. Hij houdt zich bezig met ‘de vruchtbaarheid’ van zijn volgelingen. Dat gaat bij Hem via vermenigvuldiging.
Een leider kiest een aantal discipelen die weer anderen gaan leiden. Dat is de exponentiële snelweg van het Koninkrijk (zie 2 Timotheüs 2:2).
Belangrijkste voorwaarde: in mij blijven; ‘abide’. Jezus gebruikt dit woord negen keer in Johannes 15. Daar vinden we de hormoonbehandeling van de geestelijke vruchtbaarheid.
Aanbidding vloeit hieruit voort. Martin citeert een definitie van Eugene Peterson (schrijver van de prachtige Message-parafrase): ‘aanbidding is de onderbreking van onze preoccupatie met onszelf en gaan wonen in de aanwezigheid van God.’
16 – School
Martin benadrukt het belang van antifragiliteit (een begrip van Nassim Nicholas Taleb): sommige dingen worden sterker door chaos en of druk. Een leer- en leefregel voor christenen. Of zoals Martin een Indiase vriend citeert over de westerse kerk: “De afwezigheid van vervolging, dat is jullie probleem.” Jezus inspireert zijn discipelen ook te groeien in een vijandige omgeving: ‘jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld’ (vers 33). Groei tegen de verdrukking in. En gebruik daarbij de 1%-regel: er is altijd minstens 1% waarde in de kritiek, die je te verduren krijgt. Omarm die! Maak van elke situatie een leerkans en activeer daartoe feedback. Bedenk wel dat de Joden geen onderscheid kenden tussen leren in theorie en doen in praktijk. Voor hen – en voor ons – geldt: “If you don’t do, you obviously don’t know”.
In Johannes 14 leerden we al dat liefde tot gehoorzaamheid moet leiden; zo leidt kennis tot daden.
17 – Synchronise
De discipelen worden in ‘het Hogepriesterlijk Gebed’ opgeroepen om als eenheid te eren. Het glorieteam. Competitie en strijd zijn immers wezensvreemd aan het Koninkrijk.
Een praktische consequentie voor jou als leider: Kies een team van mensen, die zich onder gezag plaatsen voordat jij ze gezag geeft.
Martin selecteert mensen op basis van de volgende vijf C’s:
a. Character – Vertrouw je ze, ook als ze onder druk komen te staan?
b. Competence – Zijn ze in staat om het goed uit te voeren?
c. Chemistry – Kunnen we goed met elkaar overweg; ontstaat er goede energie samen?
d. Capacity – Wat kunnen ze aan?
e. Catalyzing – Wat voegen ze toe aan het bestaande team?
18 – Skirmish
Ben je klaar om te leiden temidden van verraad?
Leiden volgens Jezus is altijd licht brengen in het donker.
Zie de vijand onder ogen; ken de vieze feiten; herken de tegenkrachten in je eigen groep en ga vervolgens de strijd aan vanuit de overwinning. Op pagina 120 maakt Martin daarbij een belangrijk en herkenbaar onderscheid tussen Leaders, Leavers en Learners.
Leaders – Een klein deel van het team wil graag. De toekomstige leiders. Zij hebben ‘slechts’ training nodig.
Leavers – Zij zuigen je energie op met stribbelacties. En als je je niet aanpast dreigen zij weg te gaan.
Learners – de grote middengroep. Bereid om een goed voorbeeld en dito verhaal te volgen.
De grote valkuil: als je de energie steekt in de leavers (wat vaak gebeurt), heb je drie effecten:
1. De leaders worden niet uitgedaagd, noch getraing maar belemmerd. Ze gaan hun eigen weg
2. De learners wachten af. Ze zien nog geen goed verhaal noch voorbeeld
3. De leavers vertrekken toch wel.
Karl komt tot de volgende leiderschapsles: kies wie je wil leiden en accepteer de consequenties.
19 – Sacrifice
De beste levensweg is die via de dood. Dat is de weg van het kruis; het verhaal van de graankorrel.
Wat moet er dan dood? Je comfortzone; je vergelijking met anderen; je ambitie; je hang naar erkenning; je verlangen naar vernieuwing; je reputatie; je behoefte aan stabiliteit.
Leiden kan niet zonder opoffering!
20 – Succession
Goede leiders werken aan hun opvolging. Jezus geeft het voorbeeld: ‘as the Father has sent me, I am sending you’. Hij werkt door jou heen aan zijn toekomst.
Als leider zijn vier (gefaseerde) C’s bij successie belangrijk:
1. Catalyze – Welke veranderende kracht heeft God aan jou gegeven. Vindt die en leef ernaar.
2. Coach – ‘Show them your face and slow down your pace’. Laat jezelf zien aan anderen waarbij je aansluit bij hun tempo en behoeften.
3. Challenger – Jezus daagt zijn volgelingen uit, maar de uitdagende leider moet wel net als Jezus klaar staan met een overvloed aan genade.
4. Champion – Je neemt afstand en maakt ruimte vanuit vertrouwen.
21 – Shepherd
Petrus krijgt de zorg over de schapen, na alles wat hij gestomd heeft. Die zorgfunctie (sheperding) is volgens Martin aan ons allen gegeven. Het is immers een steeds terugkerend beeld in het geheel van de Schriften.
Al met al een prachtig boek over die laatste weken van Jezus met een dringend appèl om je leven te leiden, ook als je jezelf niet als leider ziet. Jezus ziet jou wel als discipel en dus als leider.